koekt aaneen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • koekt aan·een
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aaneenkoeken

koekt (...) aaneen

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aaneenkoeken
    • Jij koekt aaneen. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aaneenkoeken
    • Hij koekt aaneen. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van aaneenkoeken
    • Koekt aaneen! 

Gangbaarheid