knuppel dood
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- knup·pel dood
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
doodknuppelen |
knuppel (...) dood
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doodknuppelen
- Ik knuppel dood.
- gebiedende wijs van doodknuppelen
- Knuppel dood!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doodknuppelen
- Knuppel je dood?
Gangbaarheid
- Het woord knuppel dood staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.