knieblessure

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  knieblessure    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• knie·bles·su·re

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  knie  en  blessure 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	knieblessure	knieblessuren knieblessures
verkleinwoord	knieblessuretje	knieblessuretjes

Zelfstandig naamwoord

de knieblessure v

1. (medisch) tijdens sportbeoefening ontstaan letsel aan de knie

Gangbaarheid

• Het woord knieblessure staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.