klokt af
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- klokt af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afklokken |
klokt (...) af
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afklokken
- Jij klokt af.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afklokken
- Hij klokt af.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van afklokken
- Klokt af!
Gangbaarheid
- Het woord klokt af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.