kleurden aan

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kleur·den aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aankleuren

kleurden (...) aan

  1. meervoud verleden tijd van aankleuren
    • Wij kleurden aan. 
    • Jullie kleurden aan. 
    • Zij kleurden aan. 

Gangbaarheid