klaar uit
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- klaar uit
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitklaren |
klaar (...) uit
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitklaren
- Ik klaar uit.
- gebiedende wijs van uitklaren
- Klaar uit!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitklaren
- Klaar je uit?
Gangbaarheid
- Het woord klaar uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.