keurlijke

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • keur·lij·ke
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

keurlijke

  1. verbogen vorm van de stellende trap van keurlijk
      Achter het gebouw is de plantentuin, die, voor vier jaren een wildernis, nu reeds eene keurlijke verzameling van bloemen en vreemde gewassen bezit.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 oktober 2021 Weblink bron “Nederland in den goeden ouden tijd. Zijnde het dagboek van hunne reis te voet, per trekschuit en per diligence van Jacob van Lennep en zijn vriend Dirk van Hogendorp door de Noord-Nederlandsche provintiën in den jare 1823.” (1942), Uitgeversmaatschappij W. de Haan, Utrecht, p. 51