keurde goed

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • keur·de goed
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
goedkeuren

keurde goed

  1. enkelvoud verleden tijd van goedkeuren
    • Ik keurde goed. 
    • Jij keurde goed. 
    • Hij, zij, het keurde goed. 


Gangbaarheid