ketende
Uiterlijk
- ke·ten·de
vervoeging van |
---|
ketenen |
ketende
- enkelvoud verleden tijd van ketenen
- Ik ketende.
- Jij ketende.
- Hij, zij, het ketende.
- Ik ketende.
vervoeging van: | keten |
ketende
- verbogen vorm van ketend, het onvoltooid deelwoord van keten
- Het woord ketende staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.