kedoesja
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ke·doe·sja
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kedoesja | kedoesjot |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (Jiddisch-Hebreeuws) heiligheid, heiliging
- (Jiddisch-Hebreeuws) gebed waarin Gods naam wordt geheiligd, ingevoegd in de Amida vóór de derde bracha
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'kedoesja' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.