kauwt fijn
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kauwt fijn (hulp, bestand)
- IPA: / ˈkɑut ˈfɛin / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- kauwt fijn
Woordherkomst en -opbouw
- uit kauwt (werkwoord) en fijn (bijvoeglijk naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
fijnkauwen |
kauwt (…) fijn
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fijnkauwen
- Jij kauwt fijn.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fijnkauwen
- Hij kauwt fijn.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van fijnkauwen
- Kauwt fijn!
Gangbaarheid
- Het woord kauwt fijn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.