kardamom
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kar·da·mom
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Grieks en Latijn[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kardamom | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de kardamom m
- (plantkunde) (specerij) Elettaria cardamomum een plant die verwant is aan gember en waarvan de zaden en zaaddozen als specerij gebruikt worden
- ▸ Veel van de specerijen die in speculaaskruiden zitten, worden ook gebruikt in de door Toub zo geliefde en geprezen Arabische keuken. ,,Met name kaneel, kardamom en gember. En een beetje witte peper geeft een lekker accent.”[2]
- ▸ Elk seizoen krijgt dus zijn eigen gin. Herfst en winter zijn al verschenen. Autumn Forest Dry Gin heeft een bijzonder rijk aroma met vooral lavendel en kardamom die overheersen. De kardamom komt ook sterk terug in de smaak, naast zure mandarijntjes en lichtjes zoete peertoetsen.[3]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord kardamom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Lot Piscaer“Zo maak je de lekkerste kruidnoten volgens de experts” (03-12-2020), Tubantia
- ↑ Weblink bron Rolf Schollaert“Forest Dry Gin, een nieuwe en uitzonderlijke Belgische gin” (19/01/2015), De Standaard