kalfden af

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kalf·den af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
afkalven

kalfden af

  1. meervoud verleden tijd van afkalven
    • Wij kalfden af. 
    • Jullie kalfden af. 
    • Zij kalfden af. 


Gangbaarheid