jutte op

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • jut·te op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
opjutten

jutte op

  1. enkelvoud verleden tijd van opjutten
    • Ik jutte op. 
    • Jij jutte op. 
    • Hij, zij, het jutte op. 
  2. aanvoegende wijs van opjutten


Gangbaarheid