Naar inhoud springen

jonkie

Uit WikiWoordenboek
Versie door MarcoSwart (overleg | bijdragen) op 8 mei 2017 om 21:58 (→‎top: prevalentie-informatie met AWB)
  • jon·kie
enkelvoud meervoud
naamwoord jonkie jonkies
verkleinwoord jonkietje jonkietjes

jonkie o

  1. jongen, knaap, jongdier, jong iemand.
    • Ook speelde hij in het succesvolle UEFA Cup seizoen enkele zeer goede wedstrijden als jonkie voor Feyenoord. 
97 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be