jakobijnenmuts

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

jakobijnenmuts
Uitspraak
Woordafbreking
  • ja·ko·bij·nen·muts
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord jakobijnenmuts jakobijnenmutsen
verkleinwoord jakobijnenmutsje jakobijnenmutsjes

Zelfstandig naamwoord

de jakobijnenmutsv [1]

  1. rode muts die gedragen werd door de revolutionaire van de eerste Franse revolutie afgeleid van de frygische muts
     Ik kleedde mij in een oude rok, een vale omslagdoek en een jakobijnenmuts en ik begon met een lange waslijst te vervaardigen, quasi een rekening, die over vele maanden liep.[2]
     En terwijl het verhaal langzaam vordert, ziet ze zichzelf als een heel jong meisje, en iemand vertelt van een wasvrouw met een omslagdoek en een jakobijnenmuts, die met een waslijst voor het hek van de Luxembourg-gevangenis stond.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. 2,0 2,1
    Johanna van Ammers-Küller
    “Tavelinck-trilogie” (1970), Strengholt, ISBN 9060101723