jaarvogel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- jaar·vo·gel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van jaar en vogel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | jaarvogel | jaarvogels |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de jaarvogel m
- vogelsoort die het gehele jaar in een bepaald gebied waargenomen wordt
- Hoewel het merendeel van de spreeuwen die in Nederland broeden naar het buitenland vertrekt, worden zij vervangen door soortgenoten uit het noorden, de spreeuw is daarmee een jaarvogel.
Gangbaarheid
- Het woord 'jaarvogel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.