jaargenote
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: jaargenote (hulp, bestand)
Woordafbreking
- jaar·ge·no·te
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van jaargenoot met het achtervoegsel -e
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | jaargenote | jaargenotes |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de jaargenote v
- vrouwelijke medestudent die in het zelfde jaar van de studie zit
- ▸ Alles werd geregeld door Ljoedmila Kapitonovna Tsjepoerko, de moeder van Lara's jaargenote Toesja Tsjepoerko, die samen met haar was afgestudeerd.[1]
Vertalingen
1. vrouwelijke medestudent die in het zelfde jaar van de studie zit
Gangbaarheid
- Het woord jaargenote staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ “Dokter Zjivago” (1957), G.A. van Oorschot , ISBN 9789028261396