intrige

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·tri·ge
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord intrige intriges
verkleinwoord intrigetje intrigetjes

Zelfstandig naamwoord

intrige v/m

  1. het tweede bedrijf van een grieks drama
  2. een stiekem plan
    • De intrigant had weer allerlei intriges bedacht. 
  3. de verhaallijn van een roman, toneelstuk of film
    • Een soap staat bol van spannende intriges. 

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be