innovatiebereidheid
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·no·va·tie·be·reid·heid
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van innovatie en bereidheid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | innovatiebereidheid | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de innovatiebereidheid v
Gangbaarheid
- Het woord 'innovatiebereidheid' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.