inloopdouche

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·loop·dou·che
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord inloopdouche inloopdouches
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de inloopdouchev / m

  1. een douche waar je onder kunt staan zonder eerst een drempel over te hoeven gaan vaak heeft deze douche ook geen douchedeur
     Faye kijkt intussen in de badkamer. 'Een inloopdouche, pap, en een bad op pootjes.'[1]
     Ouderen die hun huis willen verbouwen om er langer in te kunnen blijven wonen, kunnen binnenkort bij sommige gemeenten een 'blijverslening' aanvragen. Ze kunnen maximaal 50.000 euro lenen voor bijvoorbeeld de bouw van een inloopdouche of om een slaapkamer te bouwen op de begane grond.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Carla de Jong
    “Geheim leven” (2019), Ambo Anthos, ISBN 9789026346132
  2. Bronlink geraadpleegd op 10 januari 2022 Weblink bron “Na starterslening nu ook lening speciaal voor ouderen” (09-11-2015), NOS