informatiecampagne

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·for·ma·tie·cam·pag·ne
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord informatiecampagne informatiecampagnes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de informatiecampagnev / m

  1. actie om mensen over een bepaald onderwerp in te lichten
     De minister vindt het wel belangrijk dat er een informatiecampagne komt om de burgers goed voor te lichten. Die voorlichting wordt gedaan door de referendumcommissie.[1]
     De uitgebreide informatiecampagne die de werkzaamheden aankondigen, zijn volgens De Standaard ongekend in België.[2]
  2. actie om mensen te overtuigen van een bepaalde mening over een bepaald onderwerp
     "Met de houding van 'het zal toch wel meevallen' en 'gaat het wel echt gebeuren', gaan we het niet winnen", zegt werkgeversvoorman Hans de Boer. Reden genoeg voor een informatiecampagne hulpbijbrexit.nl.[3]
     "Jullie hebben geen toekomst in Nederland." Dat is de boodschap van de Nederlandse overheid aan de inwoners van Albanië. Met een informatiecampagne, die 72.000 euro kost, moet deze boodschap het komende jaar bij zoveel mogelijk Albanezen in eigen land terecht komen.[4]
Afgeleide begrippen
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “Geen kabinetscampagne Oekraïne-referendum” (29-10-2015), NOS
  2. Bronlink Weblink bron “Brussel vreest zomerse verkeershinder” (20-06-2011), NOS
  3. Bronlink Weblink bron “Veel ondernemers niet klaar voor brexit” (26-01-2018), NOS
  4. Bronlink Weblink bron “Nederlandse workshops moeten Albanezen in eigen land houden” (27-07-2017), NOS