Naar inhoud springen

industrieschool

Uit WikiWoordenboek


  • in·dus·trie·school
enkelvoud meervoud
naamwoord industrieschool industriescholen
verkleinwoord

de industrieschoolv / m [1]

  1. (onderwijs) (industrie) school waar industriearbeiders worden opgeleid
     Jaap had toen zelf ook regent Mezemans hooren zeggen, tot al de dames en heeren en tot de vader ook en tot de bovenmeester van de school, dat zijn zénen zéer tevreden over hen waren en dat zij met September in de gelegenheid zouden worden gesteld, de Industrieschool te volgen.[2]
     Ook monumenten als landhuis Hooge Boekel, begin 20ste eeuw gebouwd door Herman van Heek, en het Hengelose Techniekmuseum HEIM, gevestigd in de oude industrieschool van Stork en Dikkers, openen de deuren. Rondleidingen zijn er door onder meer de Oldenzaalse binnenstad en de Enschedese arbeiderswijk Pathmos.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Jaap” (1923), Saga, ISBN 9788728433294
  3. Bronlink geraadpleegd op 15 juli 2024 Weblink bron “Extra Monumentendagen in teken van Twents textielverleden” (28-12-2016), Tubantia