impressionistisch
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- im·pres·si·o·nis·tisch
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van impressionist met het achtervoegsel -isch
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | impressionistisch | impressionistischer | |
verbogen | impressionistische | impressionistischere | |
partitief | impressionistisch | impressionistischers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
impressionistisch
- (kunst) betrekking hebbend op het impressionisme
- op indrukken afgaand
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord impressionistisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.