impost
Uiterlijk
- im·post
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | impost | imposten |
verkleinwoord | - | - |
de impost m
- Het woord impost staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "impost" herkend door:
31 % | van de Nederlanders; |
34 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.