ijsbeerwelp
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ijsbeerwelp (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ijs·beer·welp
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van ijsbeer en welp
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ijsbeerwelp | ijsbeerwelpen |
verkleinwoord | ijsbeerwelpje | ijsbeerwelpjes |
Zelfstandig naamwoord
- jong van een ijsbeer
- De ijsbeerwelp bleef lange tijd bij haar moeder.