houd schuil

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • houd schuil
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
schuilhouden

houd (...) schuil

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schuilhouden
    • Ik houd schuil. 
  2. gebiedende wijs van schuilhouden
    • Houd schuil! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schuilhouden
    • Houd je schuil?