hou stil

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hou stil
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
stilhouden

hou stil

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stilhouden
    • Ik hou stil. 
  2. gebiedende wijs van stilhouden
    • Hou stil! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stilhouden
    • Hou je stil? 


Gangbaarheid