hou hoog
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- hou hoog
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
hooghouden |
hou hoog
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hooghouden
- Ik hou hoog.
- gebiedende wijs van hooghouden
- Hou hoog!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hooghouden
- Hou je hoog?
Gangbaarheid
- Het woord hou hoog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.