hoofdzin

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hoofd·zin
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hoofdzin hoofdzinnen
verkleinwoord hoofdzinnetje hoofdzinnetjes

Zelfstandig naamwoord

hoofdzin v/m

  1. begint met een hoofdletter en eindigt met een punt, tenzij hij deel uitmaakt van een samengestelde zin met twee of meer nevengeschikte hoofdzinnen
    • Kenmerkend voor Nederlandse hoofdzinnen is dat de persoonsvorm in bevestigende zinnen doorgaans op de tweede, en in vraagzinnen altijd op de eerste plaats staat. 

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be