hoofdwerkwoord

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hoofd·werk·woord
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hoofdwerkwoord hoofdwerkwoorden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hoofdwerkwoord o

  1. is het betekenis dragende werkwoord van het werkwoordelijk gezegd
    • Hij heeft op straat gelopen: lopen is hier het hoofdwerkwerkwoord, hebben is het hulpwerkwoord. 

Gangbaarheid

Meer informatie