Naar inhoud springen

hoofdkerk

Uit WikiWoordenboek
Versie door Snorrebot (overleg | bijdragen) op 13 jun 2019 om 19:40 (→‎top: vervanging sjabloon samenstelling)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hoofd·kerk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hoofdkerk hoofdkerken
verkleinwoord hoofdkerkje hoofdkerkjes

Zelfstandig naamwoord

hoofdkerk v / m [1]

  1. (religie) voornaamste kerkgebouw in een regio

Gangbaarheid

80 % van de Nederlanders;
87 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen