homicide

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  homicide    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌhomiˈsidə / (4 lettergrepen)

Woordafbreking

• ho·mi·ci·de

Woordherkomst en -opbouw

• via Frans homicide of direct van Latijn homocidium, vergelijk Engels homicide

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	homicide	homiciden homicides
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de homicide v

1. (misdaad) het al dan niet opzettelijk doden van een of meer mensen

   ▸ „Er schuilt een groot gevaar in het gebruik van LSD,” sprak hij vermanend. „Het is namelijk onmogelijk van te voren te voorspellen hoe de gebruiker zal reageren. Niet alleen kan er suicide maar ook homicide uit voortvloeien.”

Synoniemen

• levensberoving, manslag

Hyperoniemen

• doding (omvat ook gevallen die niet strafbaar zijn)

Hyponiemen

• doodslag (wel strafbare schuld, maar geen bedoeling te doden)
•  moord zn  (zwaarder strafbaar wegens de bedoeling te doden)

Gangbaarheid

• Het woord homicide staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Engels

Uitspraak

• Geluid:  homicide (VK)    (hulp, bestand)
• IPA: /ˈhɒmɪsaɪd/

enkelvoud	meervoud
homicide	homicides

Zelfstandig naamwoord

homicide

1. (misdaad) homicide, levensberoving

   «A homicide could either be a murder or a case of manslaughter.»

   Een levensberoving kan een moord zijn of een geval van doodslag.

Gangbaarheid

• In onderzoek van 2014-2018 door het Centrum voor Leesonderzoek werd "homicide" herkend door:

100 %	van de Amerikanen;
100 %	van de Britten.