hield schuil

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hield schuil
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
schuilhouden

hield schuil

  1. enkelvoud verleden tijd van schuilhouden
    • Ik hield schuil. 
    • Jij hield schuil. 
    • Hij, zij, het hield schuil. 


Gangbaarheid