hervormbaar
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: hervormbaar (hulp, bestand)
Woordafbreking
- her·vorm·baar
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van hervormen met het achtervoegsel -baar
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | hervormbaar | hervormbaarder | hervormbaarst |
verbogen | hervormbare | hervormbaardere | hervormbaarste |
partitief | hervormbaars | hervormbaarders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
hervormbaar
- grondig te veranderen (vaak na langdurig hetzelfde gebleven te zijn) maar niet verdwijnen of opgeheven worden
- Ja, de sovjetmaatschappij werd niet als wezenlijk verschillend gezien van de westerse. Ze was dus, in deze optiek, hervormbaar. Maar dat niet alleen: omdat de mogelijkheid van het einde van de eigen maatschappij niet onder ogen werd gezien, behoorde het einde van de sovjet-maatschappij evenmin tot de overwogen mogelijkheden.[1]
Gangbaarheid
- Het woord hervormbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ J.L. Heldring NRC 5 november 1993