help weg

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • help weg
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
weghelpen

help (...) weg

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van weghelpen
    • Ik help weg. 
  2. gebiedende wijs van weghelpen
    • Help weg! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van weghelpen
    • Help je weg? 

Gangbaarheid