heisteren
Uiterlijk
- heis·te·ren
heisteren [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
heisteren |
heisterde |
geheisterd |
zwak -d | volledig |
- in verwarring brengen
- nodeloze drukte maken
- Het woord heisteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "heisteren" herkend door:
40 % | van de Nederlanders; |
33 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ heisteren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be