heeft over

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • heeft over
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
overhebben

heeft over

  1. tweede persoon (alleen U) en derde persoon enkelvoud van overhebben
    • Hij/ zij/ het heeft over. 
    • U heeft over. 


Gangbaarheid