hazenslaapje
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ha·zen·slaap·je
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van haas en slaapje met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hazenslaapje | hazenslaapjes |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het hazenslaapje o
- Een kort slaapje, een dutje
Gangbaarheid
- Het woord hazenslaapje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hazenslaapje" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be