haptonoom
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- hap·to·noom
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van het Griekse 'haptein' (zich vasthechten) of 'hapsis' (gevoelscontact) met het achtervoegsel -noom
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | haptonoom | haptonomen |
verkleinwoord | haptonoompje | haptonoompjes |
Zelfstandig naamwoord
de haptonoom m
- (beroep) iemand die zich met haptonomie bezighoudt
Gangbaarheid
- Het woord haptonoom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "haptonoom" herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
48 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be