hangt los
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- hangt los
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
loshangen |
hangt los
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van loshangen
- Jij hangt los.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van loshangen
- Hij hangt los.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van loshangen
- Hangt los!
Gangbaarheid
- Het woord hangt los staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.