hangaar
Uiterlijk
- han·gaar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hangaar | hangaars |
verkleinwoord | hangaartje | hangaartjes |
de hangaar m
- (luchtvaart) een opslagplaats voor een of meer vliegtuigen.
- Het woord hangaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hangaar" herkend door:
63 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be