hang over
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- hang over
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
overhangen |
hang (...) over
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overhangen
- Ik hang over.
- gebiedende wijs van overhangen
- Hang over!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overhangen
- Hang je over?