hang over

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hang over
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
overhangen

hang (...) over

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overhangen
    • Ik hang over. 
  2. gebiedende wijs van overhangen
    • Hang over! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overhangen
    • Hang je over?