handpomp
Uiterlijk
- hand·pomp
- samenstelling van hand en pomp [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | handpomp | handpompen |
verkleinwoord | handpompje | handpompjes |
- met de hand bediende pomp dit in tegenstelling tot de voetpomp en de een motor aangedreven pomp
- Ik heb op mijn fiets een handpomp, thuis heb ik een voetpomp.
- Een handpomp is in onderontwikkelde gebieden betrouwbaarder dan een elektrische pomp.
- Het woord handpomp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "handpomp" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be