hamburgervinger

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ham·bur·ger·vin·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hamburgervinger hamburgervingers
verkleinwoord hamburgervingertje hamburgervingertjes

Zelfstandig naamwoord

de hamburgervingerm

  1. door het eten van een hamburger vet geworden vinger
     Met mijn vette hamburgervingers scheurde ik de doos open. Hij zat vol met spullen, die ik thuis online had gekocht bij Bergfreunde, om me te beschermen in de hoge bergen.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia