hacking
Uiterlijk
- hac·king
- uit het Engels
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hacking | |
verkleinwoord |
- (informatica) het expres verstoren van de werking van een website of informatiesysteem
- ▸ De Belgische federale overheidsdienst Binnenlandse Zaken is slachtoffer geworden van hackers. Volgens de Vlaamse krant De Standaard gaat het om een duidelijk geval van state sponsored hacking, "naar alle waarschijnlijkheid door China".[1]
- ▸ Volgens Twitter biedt het bericht te weinig inzicht in de herkomst van het materiaal. Het bedrijf wijst er verder op dat het niet wil meewerken aan de verspreiding van informatie die via hacking is verkregen en die privégegevens bevat. Twitter-topman Jack Dorsey erkende dat zijn bedrijf aanvankelijk te weinig uitleg heeft gegeven bij het besluit:[2]
- Het woord hacking staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑
Weblink bron “Belgische overheidsdienst gehackt, 'waarschijnlijk door China'” (Dinsdag 25 mei 2021, 21:43), NOS
- ↑
Weblink bron “Tabloid claimt onthulling over Biden, Twitter en Facebook beperken verspreiding” (Donderdag 15 oktober 2020, 02:42), NOS