Naar inhoud springen

haalde af

Uit WikiWoordenboek
Versie door Kvdrgeus (overleg | bijdragen) op 19 jan 2018 om 13:02
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • haal·de af
vervoeging van
afhalen

haalde af

  1. enkelvoud verleden tijd van afhalen
    • Ik haalde af. 
    • Jij haalde af. 
    • Hij, zij, het haalde af.