Naar inhoud springen

haakten af

Uit WikiWoordenboek
Versie door Kvdrgeus (overleg | bijdragen) op 19 jan 2018 om 12:59
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • haak·ten af
vervoeging van
afhaken

haakten af

  1. meervoud verleden tijd van afhaken
    • Wij haakten af. 
    • Jullie haakten af. 
    • Zij haakten af.