grunnire

Uit WikiWoordenboek

Latijn

Uitspraak
  • IPA: /ˌgrʊn.ˈniː.rɛ/
Woordafbreking
  • grun·ni·re
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van een klanknabootsing grrr of gru (en de Proto-Indo-Europese stam *grun) met het achtervoegsel -ire.
stamtijd
infinitief 1e pers. enk.
ind. praes. act.
1e pers. enk.
ind. perf. act.
supinum
grunnīre grunnio grunnīvi grunnītum
vierde vervoeging volledig

Werkwoord

grŭnnīre

  1. knorren (van zwijnen)
Afgeleide begrippen
Opmerkingen
  • Voor de klassieke tijd komt ook de variant grundire voor.