groei scheef

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • groei scheef
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
scheefgroeien

groei (…) scheef

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van scheefgroeien
    • Ik groei scheef. 
  2. gebiedende wijs van scheefgroeien
    • Groei scheef! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van scheefgroeien
    • Groei je scheef? 

Gangbaarheid